Radio 1-programma Argos neemt wildgroei juridische letselschadekantoren onder de loep

In het Radio 1-programma Argos werd de wildgroei aan juridische letselschadekantoren aan de kaak gesteld. Onder meer het verhaal van de 27-jarige Rishi kwam aan de orde. Acht jaar geleden liep hij ernstig hersenletsel op bij een aanrijding. Sindsdien is de man geheel afhankelijk van anderen. De familie van Rishi schakelde daarop een letselschadekantoor in. Dit had echter niet het gewenste resultaat. Niet alleen werd de schade te snel afgewikkeld, ook de voorgestelde schadevergoeding was ontoereikend. Nadat familieleden letselschadeadvocaat en ASP-lid mr. John Beer inschakelden, beseften ze dat ze door het voormalige letselschadekantoor onvoldoende waren geholpen.

Goede schadeberekening van groot belang

Vanaf de eerste dag raakte de zaak van Rishi het ASP-lid enorm. Beer: “Het slachtoffer kan nooit meer werken of voor zichzelf zorgen. Dit houdt in dat het slachtoffer afhankelijk is van de schadevergoeding die hij krijgt. Relatief kort na het ongeval werd door de verzekeraar een vergoeding voorgesteld, waarmee de belangenbehartiger vrijwel direct leek in te stemmen. Er werd onvoldoende tegengas gegeven. De zorgen van Rishi’s familieleden hierover waren gerechtvaardigd.” De vervolgens door Beer gemaakte schadeberekening kwam veel hoger uit dan die van de voormalige belangenbehartiger. “Wanneer de familie met het voorstel van de belangenbehartiger akkoord was gegaan, was dit rampzalig geweest. Je moet immers met een schadevergoeding je hele leven doen. De schadevergoeding van de belangenbehartiger was goed voor slechts zeven jaar.” Rishi’s zus geeft aan dat de familie de zorg niet had kunnen betalen als zij met het voorstel van de voormalige belangenbehartiger waren ingestemd.

Verschil letselschadekantoor en letselschadeadvocaat

Maar wat is het verschil tussen een letselschadekantoor en een letselschadeadvocaat? Er bestaat in Nederland geen regelgeving die ingaat op kwaliteitseisen, educatie of andere procedurele garanties. Dit houdt in dat iedereen een letselschadekantoor mag oprichten. In tegenstelling tot het dragen van de titel ‘letselschadeadvocaat’. ASP-voorzitter mr. Tim Bueters legt uit: “Een universitaire studie Rechten duurt vier jaar. Daarna volgt iedereen die advocaat wil worden nog een beroepsopleiding. Deze duurt drie jaar. Als je je vervolgens in letselschade wilt specialiseren, dan kun je een Grotius-opleiding volgen. Daarvoor moet je echter minimaal vijf jaar advocaat zijn.” Een advocaat kan meer druk uitoefenen omdat deze zelf een procedure kan aanspannen bij de rechtbank. “Een letselschadejurist kan dit niet. Dit is dus niet in het voordeel van het slachtoffer”, aldus Beer. Letselschadekantoren schikken bovendien in sommige gevallen sneller door de zogenoemde PIV-staffel. Dit is een tabel van verzekeraars waarbij in de linkerkolom schade staat vermeld en in de rechterkolom hetgeen de belangenbehartiger verdient. Volgens verzekeraars maakt dit het werk makkelijker. Juridisch adviseurs hebben er baat bij om een zaak snel af te handelen. Niet voor niets is het voor ASP-leden verboden om met deze regeling te werken.

Deskundigheid noodzakelijk bij berekening schade

Bueters legt uit hoe het proces van letselschade verloopt: “Er wordt gekeken of er een aansprakelijke partij is. Vaak zit daar een verzekeraar achter. Het slachtoffer ondergaat behandelingen om beter te worden. Wordt het slachtoffer niet beter, dan wordt er bekeken hoe het slachtoffer kan worden gecompenseerd. Zo komt het regelmatig voor dat een slachtoffer inkomensverlies lijdt doordat het niet meer zijn volledige werkzaamheden kan uitvoeren. Iemand kan bijvoorbeeld geen 40 uur meer werken, maar nog slechts 20 uur. Aan het berekenen van toekomstige schade zitten dan ook een heleboel haken en ogen. Meestal duurt zo’n traject minimaal 2 jaar. We schakelen onder meer een rekenkundig bureau in. Samen met een medische deskundige wordt daarnaast gekeken wat het slachtoffer wel en niet kan. Over dit laatste is overigens vaak discussie met de verzekeraar. Die geeft meestal aan dat de klachten niet door het ongeluk kunnen komen. Dit zal het slachtoffer vervolgens moeten aantonen.”

Aantal letselschadekantoren verdubbeld

De afgelopen jaren is het aantal letselschadekantoren verdubbeld: van 87 naar 150. Zo blijkt uit een analyse van de KvK. Bueters maakt zich hierover zorgen. “Iedereen kan zich uitgeven voor juridisch letselschadekantoor.” Uit onderzoek blijkt dat er steeds vaker letselschadezaken van letselschadekantoren worden overgedragen naar letselschade-advocatenkantoren. Argos deed onderzoek onder leden van de ASP. Daaruit bleek onder andere dat slachtoffers niet weten hoe het zit met de kosten van de belangenbehartiger. Ook werd er ‘veel standaardcorrespondentie gezien’ en ‘geen maatwerkoplossingen’. Ook ‘een trage voortgang’ en het ‘stilvallen van de juridische discussie als het lastig wordt’ werden genoemd als veelvoorkomende punten. Een slachtoffer dat een belangenbehartiger wil inschakelen doet er daarom verstandig aan te onderzoeken of de belangenbehartiger is aangesloten bij een specialistenvereniging (ASP, LSA of Nivre).

Argos is een samenwerkingsverband tussen VPRO en Human. En maakt reeds twintig jaar onderzoeksjournalistieke radio-uitzendingen.

Deel deze pagina